Angoradwerg

Het gewicht: ligt tussen de 1,25- en 1,75 kg.

De bouw: is kort met brede schouders en achterhand. Het kopje is matig kort en breed. Ogen mogen niet uitpuilen zoals bij andere dwerg rassen. De kopjes zijn klein net als andere dwergrassen, maar de ogen mogen niet uitpuilend zijn.

De pels: het liefst zo vol mogelijk. De pels is iets zachter van structuur dan van het angorakonijn. Het kopje is rijk behaard met volle wangbeharing. De oren moeten pluimen hebben.

De kleuren: de angoradwerg is erkend in zwart, geel, wit rood oog en wit met blauwe ogen.

Huisvesting: minimaal 100 x 50 cm. Karakter: is levendiger dan van het angorakonijn, ze zijn niet snel moe en willen alles zien. Maar zijn rustig als zij verzorgd worden.

Vachtverzorging: 1 a 2 x per week borstelen met een zachte poedelborstel en om de 2 maanden knippen. Op de rug altijd  4 cm lang laten en verder mag het dier naar gelang de jaartijden kort geknipt worden.

De granharen zijn fijner van structuur dan van het angorakonijn. Hierdoor voelt de pels ook zachter aan. De pels moet zo vol mogelijk aanvoelen. Doch de dichtheid van de veel grotere angora kan je niet verlangen bij zo’n klein konijntje.

Bij kleurdieren is er altijd de nieuwe aangroei van haren te zien en dit geeft een iets onregelmatige kleur. Dit is geen fout, maar geeft aan dat er nieuwe haren komen.